Praktische tips: Van chronisch te laat, naar altijd op tijd!
Ach, laatkomer, het is voor jou niet altijd pretje… Dingen op je eigen tempo doen is heerlijk, maar de gezichten van de mensen die je twintig minuten geleden zou ontmoeten staan op standje donder; dat is wat minder. Je wilt niet te laat komen, maar het gebeurt je telkens weer.
Helaas zien degenen die op je moeten wachten dat niet zo. Een werkgever zal je waarschijnlijk niet aannemen als je te laat komt op je sollicitatiegesprek. De trein, tram of bus vertrekt gewoon, of jij er al bent of niet. En je shiftleader zal je niet blijven matsen als je consequent als laatste de wachtoverdracht komt binnen lopen, nadat die al begonnen is. Vrienden zijn misschien wat meer vergevingsgezind, maar nadat je hen voor de zoveelste keer hebt laten zitten is de maat bij hen misschien ook wel vol.
Het is bewezen dat je niet leuk gevonden wordt door anderen wanneer je altijd te laat komt. Het persoonlijkheidskenmerk van chronisch te laat komen wordt letterlijk gelinkt met ‘een onaangenaam persoon zijn’. Je daalt hoe dan ook in andermans aanzien als je te laat komt en dat werkt altijd in jouw nadeel op de lange termijn. Niet alleen door het oordeel van anderen. Te laat komen is ook slecht voor je, omdat het directe fysieke gevolgen heeft. “Te laatkomers hebben standaard meer stress”, bewees het onderzoek ‘Punctuality as a Personality Characteristic: Issues of Measurement’ in 1990. Later voegde psycholoog en onderzoekster Pauline Walling daar nog aan toe: “Mensen die chronisch te laat komen worstelen vaak met angsten, snel afgeleid zijn, tegenstrijdige gevoelens en andere interne psychologische staten”.
Moeite met op tijd komen is altijd al een uitdaging geweest, zo blijkt uit onderstaande spreekwoorden en gezegden.
mosterd na de maaltijd = een oplossing die te laat komt
als het kalf verdronken is, dempt men de put = pas als het te laat is, neemt men maatregelen
het nakijken hebben = te laat in actie zijn gekomen, een ander was je voor
de boot missen = te laat zijn
de hond in de pot vinden = te laat zijn voor het eten (alles is op)
Hierbij tips die helpen om op tijd (of nog beter, te vroeg) aanwezig zijn!
Tip 1: Wees een tijd-pessimist
In de meest positieve omschrijving kun je jezelf als laatkomer als ‘tijd-optimist’ beschrijven. Jij schat de tijd die je hebt net iets optimistischer in dan die is, waardoor je dus tijd tekort komt. ‘Tijd-optimist’… Leuk om te zeggen, maar niet om te zijn. Je kunt namelijk veel beter een ‘tijd-pessimist’ zijn. Ga er vanuit dat alles langer duurt dan je denkt. Die ene taak die je nog wil doen voordat je vertrekt, de weg naar je afspraak toe, je voorbereiding en daar misschien nog even naar het toilet: overschat de tijd die je nodig gaat hebben. Overschat hem ruim. Laatkomers onderschatten taken namelijk met zo’n 40 procent. Zie ook de volgende tip!
Tip 2: Plan een buffer in
Voeg extra tijd toe aan je tijdsraming om ergens te komen of een taak uit te voeren. Als je denkt dat het 20 minuten duurt om ergens te komen, geef jezelf dan 25 minuten.
Tip 3: Focus je niet op het op tijd komen, focus op eerder aankomen.
Met andere woorden, wees niet op tijd, wees vroeg. Beloon jezelf: Hoe fijn is het als je voor je begint nog even lekker 5 of 10 minuutjes tijd voor jezelf hebt? Lekker zitten, kletsen, even bij komen, iets te lezen (een studieboek?), aantekeningen van je collega’s, je nog even voorbereid of koffieleuten met een collega; veel fijner dan gehaast je dag beginnen. Dus geniet van die tijd en begin je dag relaxed.
Tip 4: Zet belangrijke spullen klaar bij de deur
Terugrijden omdat je iets vergeten bent kost je nog meer tijd. Zet de spullen die je wil meenemen klaar zodat je er niet omheen kan. Wanneer je ’s morgens al vroeg moet vertrekken, kan je je spullen beter de avond ervoor al klaarzetten. ’s Morgens ben je misschien nog niet helemaal wakker. Op tijd vertrekken en eerst je sleutel nog moeten zoeken, zorgt voor frustratie. Je sleutels, je zonnebril of je tas leg je dus best steeds op dezelfde plaats. Liefst op de weg die je neemt voor je vertrekt.